Door nieuwe regelgeving zal het aantal vennootschapsvormen verminderen van 15 tot 4 basisvormen. Buiten deze zal de vzw nog blijven bestaan.

De vier basisvennootschappen zullen de volgende zijn: de naamloze vennootschap (NV), de besloten vennootschap (BV), de coöperatieve vennootschap (CV) en de personenvennootschap (maatschap).

Een ondernemer die op dit moment een vennootschap heeft die niet behoort tot één van deze vier vormen zal de nodige aanpassingen moeten doen om zijn vennootschap om te zetten.

De besloten vennootschap wordt de standaard voor kmo’s. Als er niets bepaald wordt is de wettelijke regeling van toepassing. Er blijft echter ruimte om de vennootschap aan te passen. Bovendien wordt het overdragen van aandelen makkelijker.

Een andere vernieuwing is het afschaffen van het minimumkapitaal voor de BV. Hieraan gekoppeld worden er wel enkele extra vereisten ingevoerd.

Zo wordt het moeilijker om een dividend uit te keren. Voor de algemene vergadering betekent dit dat het netto-actief van de vennootschap niet negatief mag worden als gevolg van de uitkering. Voor de raad van bestuur is er een liquiditeitstest, wat betekent dat de schulden op één jaar terugbetaald moeten kunnen worden. Ook worden er strengere eisen ingevoerd voor het financieel plan dat moeten worden opgesteld bij de oprichting.

De inwerkingtreding van de nieuwe regels is voorzien voor 2019, een precieze datum is nog niet bekend. In ieder geval is er een overgangsperiode voorzien.

CategoryOndernemingen