E-bikes en speed pedelecs zijn aan een gestage opmars bezig in het straatbeeld. Meer en meer mensen schaffen zich een dergelijke fiets aan, maar in hoeverre men onder dezelfde regelgeving als fietsers valt, hangt af van een aantal criteria.

Er wordt een belangrijk onderscheid gemaakt tussen drie categorieën van fietsen met trapondersteuning: fietsen met een elektrische hulpmotor, gemotoriseerde fietsen en speed pedelecs. Minder trappen gaat echter gepaard met meer regels om na te leven. Hieronder wordt getracht om een actueel overzicht te schetsen van de geldende regelgeving omtrent elk van deze drie categorieën.

Allereerst zijn er de fietsen met een elektrische hulpmotor. Deze worden aanzien als de ‘klassieke’ elektrische fietsen: fietsen met een maximaal vermogen van 250 watt en met een maximale trapondersteuning tot 25 kilometer per uur. Deze fietsen leveren aldus enkel trapondersteuning: indien U niet zelf trapt, zal de elektrische motor niet zelf energie leveren.

Het is niet nodig om een extra verzekering af te sluiten voor dit soort fietsen, zij vallen immers niet onder de verplichting tot verzekering opgenomen in de Wet betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen. De mogelijkheid bestaat om de aansprakelijkheid voor dit soort fietsen te dekken door een familiale BA-verzekering of een BA-verzekering privéleven. Dit is echter niet verplicht, zoals eerder reeds gesteld.

Een tweede categorie zijn de gemotoriseerde fietsen. Hieronder verstaat men fietsen met een vermogen tot en met 1000 watt en met een maximumsnelheid van 25 kilometer per uur. De maximumsnelheid is dus dezelfde als bij de eerste categorie, maar het grote verschil met deze categorie zit in het feit dat er hier niet noodzakelijk sprake moet zijn van trapondersteuning: de gemotoriseerde fiets kan, naast trapondersteuning, ook energie leveren zonder dat er getrapt wordt. Indien dit het geval is, of indien de fiets een vermogen heeft tussen 251 en 1000 watt, valt de fiets binnen deze categorie.

Niet iedereen mag met dergelijke fietsen rijden. Men moet hiervoor namelijk minstens 16 jaar oud zijn en in het bezit zijn van een gelijkvormigheidsattest voor de fiets. Sinds 1 juni 2019 is het niet langer verplicht om een verzekering af te sluiten voor gemotoriseerde fietsen die autonoom kunnen rijden. Er zijn evenwel dezelfde mogelijkheden tot verzekering als bij de eerste categorie.

De derde en laatste categorie omvat de zogenaamde speed pedelecs. Speed pedelecs hebben een maximaal vermogen van 4000 watt en een maximale trapondersteuning tot 45 kilometer per uur. Net als in de eerste categorie, kan de fiets enkel onder deze categorie vallen als de motor uitsluitend trapondersteuning biedt.

Om een speed pedelec te besturen moet men de leeftijd van 16 jaar bereikt hebben en in het bezit zijn van een rijbewijs AM (bromfiets) of B (auto). Men is tevens verplicht om de speed pedelec in te schrijven en uit te rusten met een nummerplaat, die zal beginnen met de letters ‘S’ en ‘P’. Net zoals bij de gemotoriseerde fietsen is het verplicht om een gelijkvormigheidsattest te hebben. Tijdens het rijden moeten zowel de bestuurder als eventuele passagiers te allen tijde een bromfietshelm of een fietshelm goedgekeurd conform EN1078 dragen. Zulke fietshelmen zijn te herkennen aan de hand van een CE-markering. Het inschrijvingsbewijs moet ook bij elke rit worden meegenomen.

In tegenstelling tot de andere twee categorieën, waar de verkeersregels die van toepassing zijn op fietsers gelden, zijn speed pedelecs onderworpen aan dezelfde verkeersregels als bromfietsen van klasse B. Dit is vooral belangrijk voor hun plaats op de rijbaan: op wegen waar de maximumsnelheid meer dan 50 kilometer per uur bedraagt, moeten ze verplicht op het fietspad rijden, maar indien de maximumsnelheid 50 kilometer per uur of minder bedraagt, mag men kiezen om al dan niet op het fietspad of de rijbaan te rijden. Uitzonderingen hierop kunnen gemaakt worden middels speciale onderborden die van toepassing zijn op speed pedelecs, te herkennen aan een bromfiets met de letter ‘P’:

Indien bestuurders van speed pedelecs en bromfietsen klasse B verplicht op het fietspad moeten op een rijbaan met een maximumsnelheid van 50 kilometer per uur of minder, wordt dit aangegeven door volgend verkeersbord:


Zo kunnen speed pedelecs op dezelfde manier ook verboden worden om een éénrichtingsstraat tegen de richting in te rijden.

Goed om weten: speed pedelecs vallen ook onder de fietsvergoeding die werkgevers aan hun werknemers uitkeren.

Bron afbeelding: FOD Mobiliteit en Vervoer
CategoryVerkeer