Sedert de afschaffing van de kapitaalvereiste voor de besloten vennootschap won deze vennootschapsvorm aan populariteit. De (relatief hoge) kapitaalinjectie die men bij de opstart van de activiteiten diende te voorzien werd immers afgeschaft. Toch blijft ook de commanditaire vennootschap een veelgebruikte oplossing om verder formalisme uit de weg te gaan. Een dergelijke vennootschap oprichten lukt evenwel niet alleen: er zijn immers minstens twee vennoten nodig.

Stille vennoot versus beherende vennoot

De wet bepaalt dat er enerzijds een stille vennoot nodig is (die in principe enkel het risico loopt van zijn inbreng in de vennootschap) en anderzijds een beherende vennoot. Hierbij treedt de beherende vennoot steeds naar buiten en zal hij de vennootschap in rechte vertegenwoordigen. De stille vennoot blijft op de achtergrond, zoals de naam reeds doet vermoeden.

De beherende vennoot is ingevolge artikel 4:14 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (hierna: ‘WVV’) hoofdelijk gehouden voor de schulden van de vennootschap jegens derden met zijn eigen vermogen. Op dit vlak is er dus een doorbreking van de rechtspersoonlijkheid van de vennootschap.

Aansprakelijkheid stille vennoot?

Een stille vennoot loopt in principe veel minder risico. Enkel zijn kapitaalinbreng in de vennootschap staat op het spel.

Evenwel kan een stille vennoot ook hoofdelijk gehouden zijn voor (bepaalde) schulden van de vennootschap. Artikel 4:25, §1 WVV bepaalt dat een stille vennoot geen enkele daad van bestuur mag verrichten. De sanctie hierop werd vastgelegd in de tweede paragraaf van dit artikel: indien de stille vennoot deze bepaling overtreedt, is hij hoofdelijk gehouden voor de verbintenissen van de vennootschap die hij is aangegaan of waar hij heeft aan meegewerkt in overtreding van dit verbod.

Artikel 4:25, §2 WVV bevat echter ook nog een tweede lid, hetgeen een verzwaring van de aansprakelijkheid van de stille vennoot inhoudt. Indien de stille vennoot er een gewoonte van maakt om zijn wettelijk opgelegde passieve houding te doorbreken, zal hij net zoals de beherende vennoot hoofdelijk aansprakelijk zijn voor alle verbintenissen van de vennootschap.

De bovenstaande aansprakelijkheden van de stille vennoot zijn evident en een sanctionering van diens handelen in strijd met de wettelijke bepalingen uit het WVV die van toepassing zijn op zijn functie. Evenwel bestaat er nog een andere grond voor de hoofdelijke aansprakelijkheid van de stille vennoot voor alle verbintenissen van de vennootschap waarvan de vervulling onafhankelijk is van de daden van de stille vennoot. Indien de naam van de stille vennoot in de naam van de vennootschap voorkomt, zal ook hij immers hoofdelijk gehouden zijn voor alle verbintenissen van de vennootschap jegens derden.

Het is dus aangewezen om twee keer na te denken over de benaming van uw op te richten commanditaire vennootschap. Vaak is het immers zo dat een familielid aangesproken zal worden om de rol van stille vennoot op zich te nemen. De familienaam opnemen in de vennootschapsnaam zorgt dan evident voor een ongewenst gevolg.

Conclusie

Het oprichten van een commanditaire vennootschap blijft aantrekkelijk omwille van het ontbreken van een kapitaalvereiste, het gebrek aan formalisme en de gewaarborgde discretie. Evenwel brengt de commanditaire vennootschap risico’s met zich mee, waarbij de aansprakelijkheid van de vennoten centraal staat. De aansprakelijkheid van de beherende vennoot is hier alleszins quasi onbeperkt, maar ook de stille vennoot loopt een groot risico indien er ondoordacht te werk wordt gegaan.

Recentelijk was Legalis advocaten betrokken bij een dossier waarin een stille vennoot met succes aansprakelijk werd gesteld voor de schulden van de commanditaire vennootschap omwille van het feit dat diens naam opgenomen was in de benaming van de vennootschap. Een gewaarschuwd man is er twee waard.