De nieuwe Wet houdende de hervorming van het ondernemingsrecht is op 1 november 2018 in werking getreden. Ten gevolge hiervan zullen ondernemers rekening moeten houden met een aantal belangrijke wijzigingen

1. De ‘handelaar en het wetboek van koophandel verdwijnen.

Zowel het begrip ‘handelaar’ als het wetboek van koophandel worden door de nieuwe regelgeving aan de kant gezet. Ook het begrip ‘daden van koophandel’ zal verdwijnen. In plaats van de handelaar zal de onderneming nu het centrale begrip zijn in het rechtsverkeer.

2. De onderneming.

De onderneming is een ruim begrip. Zo is elke natuurlijke persoon die zelfstandig een beroep uitoefent te beschouwen als een onderneming. Voorts zijn ook alle rechtspersonen een onderneming, ongeacht of zij al dan niet een economisch doel nastreven.

3. Bewijsrecht

Voor ondernemingen geldt nog steeds de vrije bewijsvoering. Dit betekent dat bewijs tussen of tegen ondernemingen kan geleverd worden door alle middelen van recht. Indien een onderneming het niet eens is met de inhoud van een bewijsmiddel, dient dit tijdig te worden geprotesteerd. Bij gebreke aan tijdig protest zal geacht worden dat de inhoud werd aanvaard. Dit is ook zeker van toepassing op facturen.

4. Ondernemingsrechtbank.

In het kader van de nieuwe wet werden ook de rechtbanken hervormd. Bijgevolg spreekt men niet langer van de rechtbank van koophandel, wel van de ondernemingsrechtbank.

CategoryOndernemingen