Op 8 juli 2020 werd het Mobiliteitspakket (Engels: ‘Mobility Package’) goedgekeurd door het Europees Parlement. Dit Mobiliteitspakket bestaat uit twee Verordeningen en één Richtlijn, die nieuwe regels opleggen inzake respectievelijk de toegang tot het beroep en tot de markt, de rij- en rusttijden en de tachografen en de handhaving en detachering van bestuurders in de wegvervoersector. In deze bijdrage staan we stil bij de nieuwe regels aangaande de toegang tot het beroep.

Inwerkingtreding

Belangrijk om weten: dit deel van het Mobiliteitspakket treedt pas in werking op 21 februari 2022, in tegenstelling tot de Verordening aangaande de rij- en rusttijden, die reeds in werking trad op 20 augustus 2020.

Van 3,5 naar 2,5 ton

Waar er voorheen een minimumgrens was qua MTM van 3,5 ton was om als wegvervoerondernemer te ressorteren onder Verordening 1071/2009, wordt deze grens verlaagd naar 2,5 ton voor zover men internationaal goederenvervoer verricht. In België zal deze wijziging geen impact hebben: België hanteerde immers reeds een lagere grens van 500 kg laadvermogen, die behouden blijft.

Vestigingsvereiste

Vanaf 21 februari 2022 zullen bedrijven op hun plaats van vestiging in een EU-lidstaat steeds een aantal documenten beschikbaar moeten houden ter controle. Dit is een duidelijk signaal van de Europese Unie dat postbusbedrijven niet langer gedoogd worden. Deze documenten omvatten de originele documenten met betrekking tot de hoofdactiviteit en mogen in elektronische vorm bijgehouden worden op de plaats van vestiging. Het betreft met name de vervoersovereenkomsten, documenten in verband met de voertuigen waarover de onderneming beschikt, boekhoudkundige bescheiden, documenten inzake personeelsbeleid, arbeidsovereenkomsten, sociale zekerheids-documenten, documenten met gegevens over de dispatching en detachering van bestuurders, documenten met gegevens over cabotage en de rij- en rusttijden, maar ook alle andere documenten waaruit blijkt dat de wegvervoerder aan de voorwaarden opgelegd door de Verordening voldoet.

Verder is het vanaf de voornoemde datum verplicht voor voertuigen van de wegvervoerder die ingezet worden in internationaal transport om binnen de 8 weken na vertrek terug te keren naar de lidstaat van vestiging.

Bovendien moet men geregistreerd zijn in het handelsregister van een lidstaat wanneer het nationale recht van de lidstaat dit vereist, alsook onderworpen zijn aan de inkomstenbelasting en een geldig btw-nummer hebben voor zover dit verplicht is onder het nationale recht van de lidstaat.

Wegvervoerders zullen ook vanaf het moment dat een vervoersvergunning aan hen verleend wordt moeten beschikken over één of meer voertuigen. Deze voertuigen kunnen in eigendom zijn, maar ook gehuurd of geleased.

Daarnaast zal men de administratieve, commerciële en vervoersactiviteiten daadwerkelijk en ononderbroken moeten verrichten met adequate middelen. Het aantal bestuurders en voertuigen dat ter beschikking staat van de wegvervoerder moet in verhouding zijn tot het volume van diens vervoersactiviteiten.

De lidstaten kunnen, naast de bovenstaande regels, onder andere tevens verlangen dat de wegvervoerder beschikt over administratief personeel indien de omvang van de activiteiten dit vereist en dat de wegvervoerder over een kantoor beschikt dat tijdens de gewone kantooruren geopend moet zijn.

Al deze nieuwe regels werden genomen om wegvervoerders die opereren vanuit postbusbedrijven te bestrijden.

Betrouwbaarheid

Om een vervoersvergunning te verkrijgen, moeten er vandaag uittreksels uit het strafregister worden voorgelegd door de bestuurder(s) en de vervoersmanager(s) van de onderneming. Dit zal uitgebreid worden met de uitvoerend directeur.

De inbreuken die men begaan heeft waardoor het uitreiken van een vervoersvergunning geweigerd kan worden, worden uitgebreid naar inbreuken op de belastingwetgeving (nationaal) en inbreuken wat betreft detachering, contractwetgeving en cabotage (EU-regelgeving).

Financiële draagkracht

De nieuwe Verordening zal wijzigingen doorvoeren op het vlak van het stellen van borgen om een vervoersvergunning te bekomen. Voor België zullen deze wijzigingen echter geen impact hebben, aangezien de huidige Belgische regelgeving reeds strenger is dan de nieuwe regels. De Verordening staat een afwijking op dit vlak toe, waardoor de Belgische regelgeving stand zal houden.

Vakbekwaamheid

Aangezien er een verlaging is van de minimumgrens inzake MTM naar 2,5 ton, dienen bedrijven die operatief waren met dit soort voertuigen tevens te beschikken over de nodige vakbekwaamheid en dus over het vakbekwaamheidsattest dat uitgereikt wordt na het succesvol afleggen van de examens hieromtrent. Lidstaten kunnen echter een vrijstelling uitreiken aan bedrijven die sedert 10 jaar voor de inwerkingtreding van de Verordening ononderbroken actief waren in deze sector, doch enkel indien er alleen sprake is van voertuigen tussen 2,5 en 3,5 ton. Ook hier verandert er voor België niets, aangezien men in België het vakbekwaamheidsattest reeds vereist voor ondernemers die vervoersactiviteiten verrichten met voertuigen vanaf 500kg laadvermogen.

ERRU

De data die opgenomen worden in het ERRU zullen uitgebreid worden met de nummerplaten van de voertuigen van de wegvervoerder, het aantal personeelsleden dat de onderneming had op 31 december van het vorige jaar en met de risk rating van de onderneming.